Gebruiker:Noa Appelman

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst is overgeplaatst naar Voorhoofdsnaalden uit De bruiloft van Kloris en Roosje (Milcof (overleg) 23 okt 2020 14:09 (CEST))


Curiosum: Voorhoofdsnaald gedragen in de klucht "De bruiloft van Kloris en Roosje"

Voorhoofdsnaald.jpg

Het lijkt niet veel als het zo voor je op tafel ligt. Drie half gebogen stukjes metaal. Twee van zilver, een van koper. Twee van hen vrij simpel in ontwerp. Slank en elegant met een enkel stermotief aan het bredere eind. De koperen variant twee keer zo dik en rijkelijk ingelegd met een prachtige bloemenmotief gemaakt van strass stenen. Wonderbaarlijk dat die er na zo lang nog steeds allemaal in zitten. De voorhoofdsnaalden die zijn gedragen tijdens een voorstelling van De bruiloft van Kloris en Roosje zijn een bijzonder object om van dichtbij te mogen bekijken.

Rika Hopper en De Bruiloft

De bruiloft van Kloris en Roosje was een klucht wat zijn eerste opvoering in 1707 meemaakte en een zogenoemde ‘sequel’ was op De Vrijadje van Cloris en Roosje uit 1688. Het stuk van Diederick Buysero gaat over de twee verloofden; Elsje en Krelis die samen op weg zijn naar de bruiloft van de titel personages. Vervolgens verschuift het stuk de aandacht naar de ouders van Kloris; Thomasvaer en Pieternel die gezamenlijk de bruiloft aan het voorbereiden zijn. Uiteindelijk arriveren alle gasten (waaronder Elsje en Krelis), worden er cadeaus uitgewisseld met het bruidspaar en vindt het feest plaats waarbij de vader van Kloris een beroemde toespraak houdt die traditiegetrouw terugblikt op het afgelopen jaar. Beide stukken kenden een ongekend succes en De bruiloft werd steeds vaker opgevoerd als luchtige afsluiter na de Gijsbrecht van Aemstel-uitvoeringen. Vanaf 1717 werden deze twee onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld en werd het een hoogtepunt elk oud en nieuw om na de Gijsbrecht uitvoering de nieuwjaarswens van Thomasvaer te horen.

Op 3 januari 1898 werden deze stukken ten gehore gebracht door onder andere de draagster van de twee zilveren naalden: Rika Hopper, die de rol van Elsje vertolkte. Rika was al sinds 1896 aangesloten bij de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel (K.V.H.N.T.) waar zij ook debuteerde in haar eerste stuk. Of zij ook de draagster van de koperen naald was, blijft helaas vooralsnog een mysterie, daar we nog geen bewijzen terug hebben kunnen vinden dat ook dit sieraad haar heeft toebehoord. Dat het deel was van een Kloris en Roosje uitvoering is wel bekend. Wie weet zal de tijd tot meer antwoorden leiden.

Een lang vergaan sieraad

De traditie van het dragen van een voorhoofdsnaald is er een die in de huidige Nederlandse cultuur lang vergaan is. Men vermoedt dat het gebruik is voortgekomen uit de 17e eeuwse haarnaald die de tand des tijds wel heeft overleefd en nog steeds wordt gedragen door vrouwen overal ter wereld. De voorhoofdsnaald werd regelmatig van goud gemaakt, al zien we voor de theatersieraden hier twee zilveren en een koperen variant. De naald als sieraad heeft een praktische oorsprong en komt vanuit het gebruik om een rijgnaald onder je mutsband te stoppen waarmee je als vrouw je keurslijf doorreeg. Dit gebruik groeide uit tot een trend waarbij deze nieuwe ‘naalden’ als een band langs je voorhoofd lagen, vaak net te zien onder een muts of kap. Behalve als modieuze uiting voor de vrouw had het ook een doel op zich. Wanneer de voorhoofdsnaald rechts werd gedragen betekende dit dat de eigenaresse getrouwd was. Aan de linkerkant gaf het aan dat de dame huwbaar was. De vele versieringen die werden toegevoegd aan de verschillende naalden toonde aan hoe rijk het gezin was waar de vrouw toebehoorde. Een waar statussymbool dus.

Voorhoofdsnaalden waren voor veel vrouwen in de 17e en 18e eeuw een bekend sieraad, en voor enkelen van hen zelfs deel van het dagelijks vertoonde uiterlijk. In de Zeeuwse streek werden ze zelfs tot het einde van de 19e eeuw nog gedragen. Het is dus niet verrassend dat juist dit soort sieraden werden ingezet bij de aankleding van de personages voor een klucht wat eind 17e/ begin 18e eeuw geschreven was.


Johnny Rood

Johnny Rood.jpg

Er is vrijwel niets bekend of te vinden over een man genaamd Johnny Rood in Nederland in de periode van eind negentiende - begin twintigste eeuw. In de Theatercollectie bevindt zich een portretfoto van de man die vermoedelijk tussen 1900 en 1930 genomen is. In het begin van de zoektocht naar wie deze man was, kwamen er twee heren boven water die de nam J. Rood dragen binnen een kunstzinnig sector van rond die periode. Over de ene meneer, heer J. E. Rood, vermeldt een krantenartikel van 24-07-1896 dat hij zijn diploma in ontvangst mocht nemen als bouwkundige aan de Kunstnijverheid en teekenschool Quellinus.

De andere man die naar voren kwam, was de heer J. Rood in een artikel van 26-07-1901. Hij werd tijdens het 28 jarige bestaan van een Haagsch Mannenkoor (de Liedertafel? werd opgericht omtrent 1860) werd gehuldigd voor zijn diensten als répétiteur. Of een van deze mannen ook daadwerkelijk Johnny Rood zijn is helaas moeilijk te zeggen. Misschien dat dieper onderzoek naar de répétiteur J. Rood meer oplevert.

Op de afbeelding van Johnny Rood is echter te zien dat het hier waarschijnlijk gaat om een clown. Verder onderzoek, naar onder meer gezocht te hebben op zoektermen als ‘Clown Johnny’, maakt dat er nog een aantal nieuwe ontwikkelingen boven zijn gekomen die het makkelijker kunnen maken om uit te zoeken wie deze man precies was.

De naam Johnny komt vaker voor in verband met clowns. Zo waren er bijvoorbeeld veel bronnen te vinden over clown Johnny Boltini en Johnny Kraaykamp, die in datzelfde circus schijnbaar een tijdje clown is geweest. Afgaande op verdere informatie over deze twee mannen, onder meer in de Theaterencyclopedie op hun eigen pagina's, maakt dat zij het echter niet kunnen zijn.

Een aantal krantenartikelen geeft meer eventuele kandidaten voor Johnny Rood:

  • De Deli Courant van 28-04-1911 schreef over de openingsvoorstelling van Frank E. Fillis’ “Groot Europees Circus”, waarin een clown optrad met de naam Oran, die als alias Johnny de Smoker gebruikte. Wellicht misschien ook Johnny Rood?
  • In het Dagblad van Noord- Brabant op 06-12-1929 was er een stukje geschreven “Voor de arme kinderen”. Het was informatie over een Sinterklaasvoorstelling georganiseerd door het variété Faveur waar een clown, genaamd Johnny, met zijn gedresseerde hondjes een optreden gaf voor de kinderen.
  • In De Maasbode van 29-07-1930 stond een stukje “Buitengewone Vacantie Kindervoorstelling”. Een gezelschap van Jan Brink die ook een clown Johnny had. Deze verzorgde een goochel act voor en samen met de kinderen op het toneel.
  • In de Arnhemsche Courant van 10-04-1937 staat een stukje geschreven over het “Caberet Atlantic” waarin er wordt gerefereerd naar “Johnny als clown (zwemmend naar Buziau imitatie) en volkomen opvouwbaar slangenmens”. Wat opvallend is, is dat wanneer er in Delpher gezocht wordt naar de naam Cabaret Atlantic er ook heel veel krantenartikelen uit het Nieuw Isrealietisch Weekblad opduiken. Omdat de achternaam Rood een Joodse afkomst heeft is dit misschien wel de clown Johnny die we zoeken.

De speurtocht naar deze 'clown Johnny' is dus nog niet ten einde...

Ik heb e.e.a. alvast geredigeerd, zodat het helemaal geschikt is voor publicatie (Milcof (overleg) 21 okt 2020 14:18 (CEST))