Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken


Informatie

Het Nederlandsch Panopticum opende in 1882 haar deuren aan de Amstelstraat 14 - 18 in Amsterdam. Het fenomeen ‘wassenbeeldenmuseum’ was niet helemaal nieuw; het eerste panopticum van Amsterdam werd al in 1620 op de Looiersgracht opgericht. Het was een wassenbeeldentuin in de vorm van een doolhof. Het bleef eeuwenlang bezoekers trekken en bewondering oogsten, totdat het in 1862 werd opgedoekt. Een aantal decennia later, raakte men geïnspireerd door het populaire wassenbeeldenmuseum in Londen, Madame Tussauds, waarna een groep enthousiastelingen dit ook in Nederland wilde gaan vestigen. Na het bemachtigen van een eigen gebouw in de zomer van 1881, en artistieke bijdragen van kunstenaars uit allerlei hoeken van Nederland en Europa zoals ‘den berlijnschen beeldhouwer Castan’ of kunstschilder Herman ten Kate, was de opening op 17 juli 1882 een feit. Het Nederlandsch Panopticum beoogde, volgens het eerste bestuur van het Panopticum, niet ‘louter ontspanning’ te bieden, maar wilde ook graag onderwijzen en informeren. Men wilde typisch Nederlandse taferelen laten zien, de cultuur en de geschiedenis ‘’zoals slechts weinig volken die bezitten’’ vastleggen en de vreemde exotische gewaarwordingen uit de koloniën tentoonstellen.

De verschillende tentoonstellingen en presentaties waren onderverdeeld in groepen. In het catalogusboekje werd tot in detail uitgelegd wat er allemaal te bewonderen was en waar dit zich in het pand bevond. Zo kon er worden gekeken naar ‘vorstelijke personen’, ‘beroemde mannen’, ‘kleederdrachten’, ‘groepen’ (waaronder sprookjesfiguren, Bijbelse verhalen of alledaagse huiskamertaferelen), ‘de gruwelkamer’, ‘folterwerktuigen’, ‘maskers van moordenaars’, ‘maskers van beroemde mannen’, ‘borstbeelden’ en ‘handen’ van bepaalde personen. Deze lijst werd door de jaren heen uitgebreid en aangepast. Ook was er een heuse liftconstructie waarmee de bezoekers afdaalden naar ‘de Onderwereld’. Dit was, net als de rest van het Panopticum, een groot succes. Dit succes hield echter niet aan: aan het begin van de jaren 1910 kon faillissement nog net worden afgewend. In 1912 werden het souterrain en de benedenverdieping verbouwd tot schouwburg, zodat er ook concerten en theatrale optredens georganiseerd konden worden en het museum omgedoopt werd tot ‘Theater Panopticum’. In 1919 ging het Nederlandsch Panopticum dan toch echt ‘onder den hamer’ vanwege de teruglopende belangstelling en de concurrentiestrijd met de film. Pas in 1970 kwam er opnieuw een wassenbeeldenmuseum onder de naam Madame Tussauds.

De ervaring van het publiek

Het Nederlandsch Panopticum past in het beeld van de grootstedelijke amusementscultuur zoals die onder andere door Vanessa Schwartz beschreven werd in Spectacular Realities: Early Mass Culture in Fin-de-Siècle Paris (1998). Zij ziet het Panopticum als een attractie waar het dagelijks leven, maar ook het nationale verleden, zo levensecht mogelijk werd gerepresenteerd. Daardoor kon het als tegengif dienen tegen de gevoelens van vervreemding en ontheemding, die het directe gevolg waren van de razendsnelle veranderingen tegen het eind van de negentiende eeuw. De eerste zaal waar de bezoeker doorheen liep, was grotendeels gevuld met zowel levende als gestorven leden van het Nederlands koningshuis, van Prins Hendrik tot het huidige koninklijke gezin. Daarnaast bood het Panopticum de bezoeker ook een overzicht van belangrijke actuele gebeurtenissen. In 1914 stond er een beeldengroep in het Panopticum, voorstellende het bezoek van Koningin Wilhelmina aan onbewoonbaar verklaarde woningen in de Spiegelstraat te Amsterdam. Deze scène was overgenomen van een foto in de actuele kranten. Ook nationale rampen werden nagemaakt voor de bezoekers, zoals de dijkdoorbraak in Brakel in 1855, waar koning Willem III op bezoek ging. Ook kon men een recente schipbreuk (1889) aanschouwen. Een bezoek aan het Panopticum was dus ook een manier om zicht te krijgen op dit soort belangrijke gebeurtenissen.

Een andere categorie waren de sprookjes (Roodkapje) en bijbelverhalen (Mozes in het mandje in de Nijl). Het “magische” effect werd nog versterkt door de suppoost, die bij de scène met de profeet Mohammed, zwevend tussen hemel en aarde, een hoepel om het beeld heen haalde om te tonen dat de bezoeker niet “bedrogen” werd. De collectie van het Panopticum liet de bezoeker ook reizen naar andere delen van de wereld. Zo werd een ‘natuurgetrouwe’ (al was de natuurgetrouwheid volgens sommigen te betwisten) Indische Kampong getoond, inclusief Javanen en hun dagelijkse bezigheden. Angstwekkende scenes waren er ook. Daarvoor moest men naar de gruwelkamer, waar naast een uitgebreide collectie martelwerktuigen onder andere Vrouw Köster te aanschouwen was, de moordenares die haar elfjarige zoontje in het water gooide.

Musée Grévin in Parijs

Amsterdam en Londen waren niet de enige steden in Europa waar in de negentiende eeuw wassenbeeldenmusea te bezoeken waren. In 1882 werd in Parijs het Musée Grévin geopend. Net zoals in Amsterdam had dit museum een brede collectie aan wassen beelden, beeldengroepen en wisselende tentoonstellingen. Grévin richtte zich echter nadrukkelijker dan Amsterdam op het tentoonstellen van actuele en moderne gebeurtenissen, zodat bezoekers niet alleen een kijkje in het verleden, maar ook in het heden konden nemen, alsof het een 3D-krant was. In het Nederlandsch Panopticum gebeurde dat ook wel, maar minder actief. Daar was men blijkbaar minder goed in staat de taferelen snel door te wisselen en de meest actuele gebeurtenissen te tonen. Net zoals in het Nederlandsch Panopticum kon men in Parijs martelwerktuigen en gruwelijkheden aanschouwen en ook hier waren koloniale scènes te zien.

Nalatenschap van het Panopticum in het Amsterdam van de eenentwintigste eeuw

Ondanks de ondergang van het Nederlandsch Panopticum in 1919, bestaat vandaag de dag in Amsterdam blijkbaar nog steeds een sterke behoefte aan dit soort spectaculaire ervaringsattracties. Het wassenbeeldenmuseum Madame Tussauds is een grote publiekstrekker. En de gruwelkamers daar hebben intussen concurrentie gekregen van Amsterdam Dungeon en het Torture Museum. Ook de tentoonstelling Body Worlds in Amsterdam mikt op een mix van huivering en informatie, net als zijn negentiende-eeuwse voorloper. De representatie van de Nederlandse identiteit en cultuur zien we enerzijds terug in het Amsterdam Museum, waar de geschiedenis van de stad en het land op aansprekende wijze tot leven wordt gebracht, anderzijds in de spectaculaire ‘This Is Holland-experience’.

Bronnen

  • Nederlandsch Panopticum Catalogus van de verschillende beelden en groepen met geschiedkundig overzicht (Amsterdam: Nederlandsch Panopticum, 1882), 1. Catalogus introductie.
  • Brief van Johan Brandenburg Junior, “Panopticum-bezoek” (vermoedelijk 1914).
  • Brief van Johan Brandenburg Junior, “Panopticum-bezoek.”
  • “Het Amsterdamsche Panopticum onder den hamer,” Het leven, 14 oktober, 1919.
  • Bram van Oostveldt en Stijn Bussels, “De Antwerpse wereldtentoonstelling van 1894 als ambigu spektakel van de moderniteit,” Tijdschrift voor de Geschiedenis 125, nr 1 (2012).
  • “Groep in het Panopticum, voorstellende het bezoek van H.M. de Koningin aan een der onbewoonbaar verklaarde woningen in de Spiegelstraat te Amsterdam.” Knipsel uit de accommodatie knipsels Nederlandsch Panopticum (Amsterdam: Bijzondere Collecties, 1914).
  • “Vorst en Volk, Z.M. Koning Willem III bij de doorbraak te Brakel in 1855.” Knipsel uit de accommodatie knipsels Nederlandsch Panopticum (Amsterdam: Bijzondere Collecties, jaartal onbekend).
  • “Nederlands Panopticum ,,Een schipbreuk op de kust”.” Knipsel uit de accommodatie knipsels Nederlandsch Panopticum (Amsterdam: Bijzondere Collecties, 1889).
  • Susan L. Jagger en Michelle M. Dubek, “‘It’s a personal thing’: Visitors’ responses to Body Worlds,” Museum Management and Curatorship 27, nr 4 (2012).
  • “Centraal Theater, Amsterdam,” Theaterencyclopedie, geraadpleegd op 18 oktober 2018, zie Centraal Theater, Amsterdam
  • Jaap Groen, “Amsterdam krijgt Panopticum terug,” Noord-Amsterdammer, 21 mei, 1969.
  • Jan Donia en R.W. Scheller, Madame Thussaud in Amsterdam (Amsterdam: Madame Thussaud, 1977), 1. Catalogus Koninklijk Paleis Amsterdam.
  • "Madame Thussaud in Amsterdam."
  • Schwartz, "Spectacular Realities."