Ko van Dijk: Biografie - Het voorzichtige begin van een grootse carrière

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Logo eenlevenlangtheater2.jpg

Ko van Dijk. Fotograaf onbekend. Collectie TIN.


Eenlevenlangtheater Ko van Dijk:

Het voorzichtige begin van een grootse carrière

Ko van Dijk Jr. in de zomer van 1935. Collectie Peter-Jan van Dijk.

De schooltijd van Ko van Dijk was een ramp: "Het naar school gaan was voor mij één grote ellende. Ik heb er nooit aan kunnen wennen. Ik voelde me er als in een gevangenis. 'Mijn leren is spelen' was op mij niet van toepassing. Spelen wilde ik wel, maar leren beslist niet. Dat spelen had toen niets te maken met toneelspelen, want daar dacht ik zelfs nog niet aan. Wel op straat rondhangen en in het Vondelpark op banken zitten. Ik was ook liever thuis als er collega's van mijn ouders op bezoek kwamen. Acteurs en actrices die ik allemaal oom en tante noemde, Lau Ezerman kwam vaak en Jan Musch, Stine van der Gaag, Willem de Vries, Adriaan van der Horst, Co Balfoort. Zij waren, afgezien van mijn ouders, het enige contact dat ik had met het toneel. In de schouwburg kwam ik zelden of nooit. Mijn vader wenste mij daar absoluut niet te zien.' (geciteerd uit: Ko van Dijk van Guus Verstraete (Semper Agendo 1973).

Ko spijbelde veel en bleef op een Amsterdamse ULO tot drie keer toe in dezelfde klas zitten. Omdat hij niet wist wat hij anders moest doen, en hij het voorbeeld van zijn toneelspelende vader en moeder immers binnen handbereik had, besloot hij in 1932 op zestienjarige leeftijd de ULO te ontvluchten en acteur te worden. "Ik wilde niet meer opgesloten zitten en ik wilde niet meer leren. Het toneel daarentegen betekende in mijn ogen vrijheid, vrolijkheid en ongeregelde werkuren, en alles wat mijn vader daar aan redelijke argumenten tegenover stelde, vermocht mijn vastbeslotenheid niet aan het wankelen te brengen." (geciteerd uit: Ko van Dijk van Guus Verstraete (Semper Agendo 1973).

Voorwaarde die zijn vader stelde was dat hij dan wel toelatingsexamen voor de Amsterdamse Toneelschool moest doen. Dat gebeurde in 1932, 1933 en later nog in 1937, maar hij werd keer op keer afgewezen. Zijn gebrekkige opleiding en geringe algemene ontwikkeling waren daar debet aan. Maar intussen had zijn vader hem toch min of meer onder zijn hoede genomen. Helemaal van harte ging dat niet. Zijn vader Ko van Dijk sr. zei daarover: "Ik leer je niets en ik help je niet. Probeer het maar en blijkt over een jaar of drie dat je het niet kunt, dan ga je maar op een kantoor." (geciteerd uit: Ko van Dijk van Guus Verstraete (Semper Agendo 1973).

Ko van Dijk Sr. Collectie TIN.
Ko van Dijk Sr. Collectie TIN.

In 1932 bracht Ko van Dijk sr. zijn schoolverlatende zoon als leerling-vrijwilliger onder bij zijn eigen gezelschap Het Schouwtooneel - vanaf 1933 het Nieuw Schouwtooneel genoemd. Op 28 december 1932 maakt Ko van Dijk als Dirk in De Kingfordschool zijn debuut, een toneelbewerking door P. Schröder naar het gelijknamige boek van Cissy van Marxveld. De voorstelling werd geregisseerd door zijn vader Ko van Dijk Sr.

Zes jaar lang, tot de dood van zijn vader in 1937, zou Ko van Dijk leerling bij het Nieuw Schouwtooneel blijven. Deze zes jaren zijn voor de jonge Ko van Dijk beslissend geweest: in het acteren vond hij zijn grootste liefde. Dat was niet te danken aan de vele rollen die hij mocht spelen - hij kreeg slechts bijrolletjes en trad op als souffleur - , maar aan het feit dat hij van achter de coulissen kon zien en leren van wat anderen op het toneel presteerden. Het was niet alleen het spel dat hem fascineerde, de hele theatersfeer was hem bijzonder lief. De sterk op emoties drijvende theateromgeving gaf hem de mogelijkheid grappen en grollen uit te halen en was bovendien een ideale voedingsbodem voor hartstochtelijke en amoureuze escapades, vaak met vrouwen uit die toneelwereld. Alsof ook het gewone leven theater was, zouden deze, altijd hartelijke en onstuimige verhoudingen - huwelijk of geen huwelijk - door zijn ontrouw en egocentrie telkens weer met ruzie en drama tot een voortijdig einde komen.

Ko van Dijk Sr. in de deuropening van de molen. Collectie Peter-Jan van Dijk.

De onverwachte dood van zijn vader, op 57-jarige leeftijd in 1937, was voor de 20-jarige Ko van Dijk een zware slag. Elk jaar huurde het gezin Van Dijk een oude molen in Camperduin om er de zomermaanden door te brengen. Ko van Dijk sr. nam dan de bus naar Alkmaar en van daaruit de trein naar Amsterdam om te repeteren. Op 23 mei 1937 kwam hij na een dag repeteren voor het stuk De Wolven warm en bezweet bij de molen terug. Hij vertelde dat hij pijn in zijn hartstreek had gehad. Toen hij naar de slaapkamer ging om even te liggen, sloeg hij achterover en was hij dood.

Ko van Dijk over die tijd: "De zomer van 1937 is een van de ellendigste van mijn leven geweest. Ik miste mijn vader heel erg. De laatste jaren was er een goede verstandhouding tussen ons. De bewondering die ik als kind al voor hem had was door het werken met hem, alleen maar groter geworden. Van een echte, nauwe, intieme vader-zoon relate was echter geen sprake, en dat was voornamelijk mijn schuld. Ik was daar toen te oppervlakkig voor, te veel belust op plezier en avontuurtjes. Ik ben bang dat ik mijn vader erg teleurgesteld heb als zoon. Na zijn dood ben ik pas gaan beseffen wat ik in hem verloren had. Ik ben toen alles wat ik maar te pakken kon krijgen over mijn vader gaan verzamelen, foto's, kranteknipsels, interviews, kritieken, enz. Nooit heb ik meer op een kamer of in een huis gewoond waar niet een of meer foto's van hem hingen. (...) Het klinkt paradoxaal maar na zijn dood is mijn vader een essentiële en levende factor in mijn leven geworden." (geciteerd uit: Ko van Dijk van Guus Verstraete (Semper Agendo 1973).

Na het overlijden van zijn vader was het voor Ko jr. tijd om op eigen benen te gaan staan. Bovendien ging het zakelijk gezien niet goed met het Nieuw Schouwtooneel. Het gezelschap viel uit elkaar en samen met zijn vriend Guus Verstraete kreeg hij in januari 1938 werk bij een kinderrevue van Minny Heijermans, de dochter van Herman Heijermans. Na de kinderrevue had hij nog wat losse schnabbels, tot hem voor het seizoen 1938/1939 een engagement werd aangeboden bij het Gezelschap Saalborn en Parser, waar hij twee jaar zou blijven. Volgens eigen zeggen "zouden het twee jaren worden die een diepgaande invloed op mijn loopbaan hebben gehad".


Bronnen: website biografisch woordenboek van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis www.inghist.nl, Acteurs- en kleinkunstenaarslexicon van Piet Hein Honig (Diepenveen 1984) en Ko van Dijk van Guus Verstraete (Semper Agendo 1973).