Overleg gebruiker:Biba23

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken

Tekst is overgeplaatst naar Verkoolde resten van de Amsterdamse schouwburg; alleen afbeeldingen ontbreken nog. Zouden jullie deze nog willen uploaden? (Milcof (overleg) 23 okt 2020 12:59 (CEST))


Verkoolde resten van de Amsterdamse schouwburg: een onderdeel van de Nederlandse theatergeschiedenis

In de theatercollectie van de UvA is een bijzonder object opgenomen: een sigarenblikje met daarin drie stukjes verkoold hout. Stukjes verkoold hout, die ooit deel waren van de Amsterdamse stadsschouwburg aan het Leidseplein. Frits Fernantzen (1883-1950) heeft deze stukjes verkoold hout aan de theatercollectie geschonken. Dit blijkt uit een briefje dat in het blikje zat. Fernantzen was jarenlang werkzaam als toneelmeester bij de schouwburg. Het sigarenblikje heeft verder geen bijzondere achtergrond, maar is waarschijnlijk gebruikt om de verkoolde stukjes in te bewaren.

Ten eerste schuilt er achter dit voorwerp natuurlijk een les: een houten gebouw is brandgevaarlijk en deze restjes laten letterlijk het gevolg van zo’n brand zien. Ze hadden er indertijd twee verbande schouwburgen voor nodig om in te zien dat ze in plaats van een houten kast over moesten stappen naar een stenen schouwburg. In 1894 werd er dan eindelijk een stenen stadsschouwburg gebouwd aan het Leidseplein en deze bestaat vandaag de dag nog steeds.

Naast de educatieve waarde van dit voorwerp, heeft het natuurlijk ook emotionele waarde. Fernantzen werkte in de schouwburg en heeft er waarschijnlijk veel herinneringen aan gehad. Ook voor ander personeel, zoals acteurs en regisseurs, en toeschouwers die de schouwburg regelmatig bezochten zal de brand vast niet in de koude kleren zijn gaan zitten. Ook dragen de verkoolde resten bij aan de beeldvorming van de omvang van de brand.

Oorzaak van de brand In de nacht van 18 op 19 februari 1890 werd de Amsterdamse stadsschouwburg aan het Leidseplein verwoest door een enorme brand. De brandweer kon niks meer doen om het gebouw te redden. Die dag vond er een groots vuurwerktafereel plaats op het Leidseplein. Waarschijnlijk is een smeulende voetzoeker, die nog niet helemaal uit was gegaan na de vuurwerkshow, de oorzaak van de brand.

Geschiedenis van de stadsschouwburg In 1773 werd de stadsschouwburg gebouwd op het Leidseplein in opdracht van het stadsbestuur van Amsterdam met als architect Jacob Eduard de Witte. Dit gebeurde naar aanleiding van de brand van de schouwburg daarvoor op de Keizersgracht, die het gebouw volledig verwoestte. Deze brand ontstond tijdens een voorstelling van het Vlaamse operagezelschap Jacob Toussaint Neyts genaamd: De deserteur van L.S. Mercier. Tijdens het tweede bedrijf waren er een aantal met kaarslicht gevulde blikken bakken die als voetlicht gebruikt werden. Het kaarsvet van een bak was echter gaan smelten waardoor het over de vloer stroomde. Men probeerde het vuur nog te doven, maar daardoor verspreidde het zich alleen maar sneller over het podium en na een half uur sloegen de vlammen zelfs uit het dak. Deze brand kostte 18 mensen het leven. Ondanks dat de vorige schouwburg van hout was en daardoor makkelijk afbrandde, werd (vanwege kostenbesparing) ook de nieuwe schouwburg op het Leidseplein van hout gemaakt. Dit gebouw kreeg echter wel een stenen voetmuur.

Voorliefde voor het eigen volk De oprichting van de Bataafse Republiek betekende het einde voor de Republiek der verenigde Nederlanden. Zo schrijft H.H.J. de Leeuwe in Een theatergeschiedenis der Nederlanden: “De Bataafse Republiek was een eenheidsstaat geworden; er was eenheid van staatsburgerschap, eenheid van rechtsbedeling, en de gewestelijke soevereiniteit was opgeheven.” De nieuwe schouwburg was een onderdeel van de nationalistische sfeer die toen in de Bataafse Republiek hing. De functie van de schouwburg was niet langer een liefdadigheidsorganisatie, maar werd nu een onderdeel van de nationale vrijheid.