Protesttheater - Land te koop (1973)

Uit TheaterEncyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Protesttheater Land te koop.png

Al voor de officiële oprichting van het Surinaamse theatergezelschap Doe-theater in 1974 werken Thea Doelwijt en Henk Tjon samen. De voorstellingen die zij samen maken, zijn een groot succes in Suriname. Hun voorstelling Land te koop komt zelfs op tournee naar Nederland. Op de afbeelding is het programma van de voorstelling uit 1973 te zien. De voorstelling wordt door Het Mickery Theater naar Nederland gehaald en was een week lang te zien in Amsterdam. Hierna trekken ze door het hele land.[1]

De voorstelling opent met het nummer The land nobody knows:

Dames en heren, we presenteren u met trots: de unieke situatie van een voormalige kolonie die geen bevrijdingsstrijd levert tegen haar moederland. Het is namelijk het moederland dat zich in de strijd wil werpen om van haar kolonie af te komen, maar dat lukt niet, want de hele kolonie klemt zich vast aan haar boezem.[2]

Gelijk in het openingsnummer wordt de afwijkende koloniale verhouding tussen Nederland en Suriname duidelijk. Het is volgens de makers dan ook bespottelijk dat overal op de wereld keihard gestreden wordt voor onafhankelijkheid, terwijl de meerderheid van de Surinaamse bevolking niet eens onafhankelijk wil worden.[3]

Theater in Suriname

Op het moment dat Thea Doelwijt en Henk Tjon met hun cabaretmusical Land te koop naar Nederland komen, is Suriname nog een kolonie van Nederland. Die koloniale overheersing was ook terug te zien in het theater. In een interview met de Theatermaker schetst Doelwijt het theaterlandschap van Suriname voordat zij en Tjon samen theater gingen maken. Haar antwoord op de vraag of er in de jaren vijftig en zestig überhaupt theater was in Suriname luidt als volgt:

"Natuurlijk, je had theater Thalia, het oudste toneelgenootschap van de Cariben. Daar woonden Henk en ik praktisch sinds de oprichting van het Doe Theater. Het was ons huis. Maar tot de jaren vijftig was het toneel dat daar getoond werd vooral van en voor witte mensen. Er werden Europese stukken uit Nederland geprogrammeerd en daar ging de elite naar toe. Ja, in de jaren vijftig kon je daar heel af en toe een stuk zien van Sophie Redmond of Johannes Kruisland, maar de doelgroep was de witte elite."[4]

Maar vanaf de jaren vijftig vond er ook een culturele heroriëntatie plaats in Suriname: er werd plaats gemaakt voor nationalisme en Surinamisering in het theater.[5] Deze ontwikkeling gaf een goede basis voor het soort theater dat Doelwijt en Tjon wilden maken: “wij wilden toneelstukken maken die gingen over het lokale leven waarin niet-Westerse culturen hun legitieme plek in zouden nemen.”[6]

Het Doe-theater

Hoewel er vaak gegrapt wordt dat de naam van het Doe-theater te danken is aan Thea Doelwijt (Doe zou verwijzen naar Doelwijt en Thea is de afkorting van theater), sluit de oorsprong van de naam goed aan bij het soort theater dat Doelwijt en Tjon willen maken.[7] Doe verwijst namelijk naar het werkwoord doen. De voorstellingen van het Doe-theater moeten meer zijn dan alleen vermaak: ze moeten bijdragen aan een culturele ontwikkeling in Suriname.[8] Hierdoor proberen ze het publiek dus te activeren om iets te doen.
Maar het aanpakken van de toekomst kan niet zonder het erkennen van het verleden en daarom verwijst de naam van het gezelschap ook naar het verleden: de doe-spelen die vanaf de achttiende eeuw op Paramaribo plaatsvonden.[9] Deze spelen werden uitgevoerd door doe-gezelschappen die voornamelijk bestonden uit slavinnen. De naam van het Doe-theater verwijst dus naar het verleden en het aanpakken van de toekomst.

Kolonialisme is verleden tijd
We raken al onze oude dingen kwijt
Alle hebies sterven uit
Maar hoe maak je een heel nieuw land
Zonder koninkrijksverband[10]

In de bovenstaande songtekst uit de voorstelling Land te koop komt het ‘doe’ element van het gezelschap duidelijk naar voren. Kolonialisme is verleden tijd en het is dus tijd om de toekomst aan te pakken. De toeschouwer moet iets gaan doen en dat is strijden voor de onafhankelijkheid van Suriname.

Geëngageerd cabaret

Naast het oproepen om te strijden voor de onafhankelijkheid biedt de voorstelling Land te koop – zeker tijdens de tournee in Nederland – ook de mogelijkheid Suriname beter te leren kennen. Maar in haar tekst zorgt Doelwijt er wel voor dat het kennismaken met Suriname gepaard gaat met de maatschappelijke toestanden die er heersen. In De Telegraaf legt Doelwijt uit dat haar voorstelling gezien moet worden als geëngageerd cabaret. Zij licht dit als volgt toe:

"Wij beelden hierin maatschappelijke toestanden in Suriname uit hier en daar opgevuld met politieke prikjes. De onderwerpen worden deels satirisch deels serieus gebracht. Wij zijn ons ervan bewust, dat in Suriname veel dingen fout zijn, maar ook dat er toekomstmogelijkheden zijn. Wij willen aan landgenoten in Suriname laten zien dat we naar één volk, één land toe moeten."[11]

Maar Land te koop gaat niet alleen over de grote dingen zoals onafhankelijkheid en de onwetendheid van haar inwoners. De voorstelling belicht ook kleinere aspecten van Suriname. In de nummers 'Honden' en 'We dogs' komen bijvoorbeeld de slechte omstandigheden waarin de zwerfhonden leven naar voren:

Als er weer eens een hond wordt doodgereden
Want wie wil er remmen
Op die momenten:
Zingt bij elke moord het koor van alle honden uit de buurt
Een rauw maar zuiver klaaglied [12]

Daarnaast is een belangrijk thema in de voorstelling emigratie. Zo veroordelen de makers de mensen die naar Nederland vertrekken om te studeren en vervolgens niet meer terugkomen. Tegelijkertijd leggen ook nadruk op de verhouding tussen Surinamers en Nederlanders in Nederland.

Reacties op het stuk

De ontvangst van de voorstelling was wisselend. In Suriname werd de voorstelling goed ontvangen en zorgde het voor een trots gevoel bij het publiek. In een interview omschreef schrijfster Chandra van Binnendijk deze trotsheid als volgt:

"Het behandelde alle aspecten van het leven. Het politiek stelling nemen, daar werd echt over nagedacht en dan werd het ook nog met mooie fijnzinnige woorden gebracht, met prachtige muziek en artistiek op hoog niveau. En dat allemaal van eigen bodem, dat maakte je trots."[13]

In Nederland werd het overwegend goed ontvangen door het publiek. De Surinaamse bezoekers in de zaal beginnen tijdens het slotlied spontaan mee te zingen.[14] Maar het Surinaamse publiek dat de voorstelling in de Bijlmermeer ziet, begint niet spontaan mee te zingen; een deel van hen verlaat vroegtijdig de voorstelling. In zijn recensie die Paul Witteman schrijft is, dit volgens hem te danken aan het feit dat die mensen niet zitten te wachten op een oproep om terug te keren naar Suriname.[15]

Het grootste verschil tussen de recensies in Nederland en Suriname gaat over de hardheid van de geuite kritiek die aan bod komt in de voorstelling. Dit wordt erg duidelijk in de recensie van Walter van der Kooi:

"Als dit cabaret als politiek en satirisch wordt aangekondigd en als je hoort dat het in Suriname beroemd en berucht is om z’n critische toon en daardoor slecht ligt bij de overheid, dan verwacht je iets totaal anders dan dit voor Nederlandse begrippen vriendelijke, milde product."[16]

Ondanks dat de voorstelling niet kritisch genoeg zou zijn, wordt de muziek voortreffelijk genoemd.[17] Volgens de critici zijn Doelwijt en Tjon erin geslaagd een informatieve voorstelling neer te zetten die de problemen uit het land op een indrukwekkende wijze neerzet.[18]


Deze blog is een onderdeel van het onderzoek dat student theaterwetenschap Annabelle Kamphuis deed naar protesttheater. Zie ook de andere blogs:

Bronnen

  1. Agenda,” De Volkskrant, 6 april 1973, 37.
  2. Uit het nummer 'The land nobody knows' uit de voorstelling Land te koop, 1973.
  3. Annika Ockhorst en Thea Doelwijt, Lachen, huilen, bevrijden: De weerspiegeling van de Surinaamse samenleving in het werk van het Doe-theater, 1970-1983 (Leiden: Brill, 2012), 50.
  4. Jenny Mijnhijmer, “Ik maakte cultureel theater met alle culturen van Suriname – Een interview met Thea Doelwijt,” Theatermaker, 25 juni 2019, geraadpleegd 16 april 2022.
  5. Ibid.
  6. Ibid.
  7. Annika Ockhorst en Thea Doelwijt, Lachen, huilen, bevrijden: De weerspiegeling van de Surinaamse samenleving in het werk van het Doe-theater, 1970-1983 (Leiden: Brill, 2012), 17.
  8. Ibid.
  9. Ibid.
  10. Uit het nummer 'Dit is de tijd voor een nieuw geluid' uit de voorstelling Land te koop.
  11. Thea Doelwijt, “Surinaams Cabaret in Nederland”, De Telegraaf, 12-04-1973, 11.
  12. Uit het nummer 'Honden', uit de voorstelling Land te koop.
  13. Annika Ockhorst en Thea Doelwijt, Lachen, huilen, bevrijden: De weerspiegeling van de Surinaamse samenleving in het werk van het Doe-theater, 1970-1983 (Leiden: Brill, 2012), 51.
  14. Annika Ockhorst en Thea Doelwijt, Lachen, huilen, bevrijden: De weerspiegeling van de Surinaamse samenleving in het werk van het Doe-theater, 1970-1983 (Leiden: Brill, 2012), 52.
  15. Paul Witteman, 'Cabaret “Land te koop” in de Bijlmer: Surinamers willen niet terug', Elsevier Magazine, 5 mei 1973.
  16. Annika Ockhorst en Thea Doelwijt, Lachen, huilen, bevrijden: De weerspiegeling van de Surinaamse samenleving in het werk van het Doe-theater, 1970-1983 (Leiden: Brill, 2012), 52.
  17. “Land te koop,” De Ware Tijd, 18 mei 1973.
  18. Jac Heijer, “Land te koop: Surinaamse spot,” Haarlems Dagblad, 3 mei 1973.