Tijdlijn Dans:1939

1939: Op 1 mei wordt de Nederlandse Dansliga opgericht

In de jaren '30 van de twintigste eeuw hebben veel dansers in Nederland het gevoel nergens heen te kunnen omdat zij geen aansluiting kunnen vinden bij een gezelschap. Dit leidt tot het oprichten van een vakorganisatie die de belangen van deze dansers moet behartigen. Onder voorzitterschap van Hendrika Wilhelmina Gaillard-Jorissen is de Nederlandse Dansliga op 1 mei 1939 een feit. Zij is eigenaresse van een dans- en ballroomschool in Den Haag en door haar ervaring weet zij de zwakke punten te herkennen in de danswereld. Ze meent dat de danswereld chaotisch en ongeorganiseerd is en de Dansliga zou hier een einde aan kunnen maken.

Het eerste punt waar de Dansliga mee botst is het repertoire van de 'buitenlandse' Yvonne Georgi. Georgi baseert namelijk haar repertoire op thema's uit de Griekse mythologie waardoor uiteindelijk alleen de intellectuele elite zich aangesproken voelt. De Dansliga vindt dit repertoire daarom niet passen bij de gemiddelde Nederlander. Om Georgi tegen te werken begint Gaillard-Jorissen een werving van leden. Deze leden bestaan uit dansers die veelal werkeloos zijn.

Na het begin van de oorlog in 1940 wordt er een coupe gepleegd binnen de Dansliga door mensen met nationaal-socialische sympathieën. De Dansliga krijgt hierdoor de macht in handen om de hele danswereld te reorganiseren en richt tevens een eigen dansvakblad op. In september 1940 wordt door de Dansliga ook het "Nationale Ballet" opgericht, waarvan de naam vrijwel onmiddelijk veranderd wordt in Het Nederlandsch Ballet. Ondanks een goede start gaat het gezelschap achteruit en vertrekken er dansers. Het absolute einde van het Nederlandsche Ballet vindt plaats door het weigeren door de dansers van een tournee door Duitsland. Het gezelschap wordt op het hoofdkwartier van Rijkscommissaris Seyss-Inquart ontboden en krijgt hier een ontslagbrief en een verbod om ooit nog op te treden.